Dit verhaal staat ook op ons podcastkanaal, als 'storycast'. Je kan dat hier vinden.
De trein. Bij uitstek de plek waar je, al dan niet getooid met noise reduction koptelefoon, even lekker je gedachten op een rijtje kan zetten en je dag kan afsluiten. Eindelijk dat laatste deel van Harry Potter uitlezen. Helaas zal je altijd zien dat je juist dán iemand uit een grijs verleden tegenkomt. Zo’n type, dat de urgente behoefte voelt zijn dag, of liever gezegd zijn fantastische leven, met je te delen.
“Hé, da’s lang geleden. Pieter, was het toch?”
“Euhm, bijna. Willem is het.”
“Oh, ja! Jij had toch altijd dat pennenbakje van de Power Rangers? En zat jij met wiskunde niet altijd naast die gast met die wijnvlek?”
“Je bedoelt Mark? Volgens mij was dat geen wijnvlek maar eczeem. Maar ja, ik had inderdaad een pennenbakje van de Power Rangers.”
“Hahaha, ja sorry, maar ik ben gewoon zo slecht met namen. Zeggen ze op mijn werk ook altijd, maar ja, als je presteert – targets binnenkopt enzo – dan wordt dat je vergeven, hè,” zegt hij, terwijl hij me een samenzweerderige blik toewerpt. “Maar wat doe jij tegenwoordig? Ik ben assistent shopmanager, echt een hele uitdagende baan. Ik stuur een heel team aan en…”
Terwijl het landschap aan me voorbijflitst, kijk ik op mijn klokje. Het zweet breekt me uit: deze rit gaat – exclusief vertraging – toch nog zeker veertig minuten duren. Hoeveel oppervlakkigheid en verkeerd opgeroepen herinneringen kan een mens verdragen? Ik vond hem op de middelbare school al een lul. Blijkbaar hebben de voorbij gestroomde jaren dat niet veranderd. Hakkelend zoek ik naar nieuwe onderwerpen om de lieve vrede te bewaren.
“Jouw ouders hadden toch een taxibedrijf?” probeer ik nog… Maar nee, dat was Ruben en nee, zijn ouders hadden een delicatessenhandeltje. Terwijl bij mij de zweetplekken langzaam van oksels naar borst naar rug verschuiven, zit de aanstichter van de transpiratie in alle rust te blaten. Harry Potter zit inmiddels weer in mijn tas.
“Ken je die leraar nog? Nou, die is dus dood.”
“Die gast, die heeft het nu met die ene, weet je wel?”
“En heb jij nog steeds wat met die ene hippie?”
Eenmaal aangekomen op de bestemming (“Woon jij nog steeds in Utrecht? Waarom niet in Amsterdam? Ik woon al een tijdje in Amsterdam, zo tof echt heel gaaf”) geeft hij zijn kaartje en nodigt me van harte uit op zijn housewarming party aankomende zaterdag. “In het centrum, echt een supercool appartement.” Hoewel mijn hersenen de zin “Ik snijd nog liever mijn eigen voet af, dan dat ik ook maar één druppel bier met jou drink” produceren, vormen mijn lippen in een soort automatisme de woorden “leuk, ik verheug me erop, dat gaan we zeker doen!”
En zo is de treinrit, die eigenlijk een mentaal sluitstuk van mijn dag moest worden, uitgedraaid op nóg meer dingen moeten. Terwijl ik naar huis loop, neem ik me voor om de volgende keer gewoon eens heel hard 'nee' te zeggen. Desnoods gewoon ergens anders te gaan zitten. In elk geval assertiever te zijn en mijn grenzen beter aan te geven. Beter dan weer een treinreis semi-gezellig te doen. En vooral: dan had ik nu gewoon geweten of Harry Potter wel de kwade geesten uit zijn verleden heeft overwonnen.
Grenzen stellen of de lieve vrede bewaren?
Dit verhaal staat ook op ons podcastkanaal, als 'storycast'. Je kan dat hier vinden.
De trein. Bij uitstek de plek waar je, al dan niet getooid met noise reduction koptelefoon, even lekker je gedachten op een rijtje kan zetten en je dag kan afsluiten. Eindelijk dat laatste deel van Harry Potter uitlezen. Helaas zal je altijd zien dat je juist dán iemand uit een grijs verleden tegenkomt. Zo’n type, dat de urgente behoefte voelt zijn dag, of liever gezegd zijn fantastische leven, met je te delen.
Terwijl het landschap aan me voorbijflitst, kijk ik op mijn klokje. Het zweet breekt me uit: deze rit gaat – exclusief vertraging – toch nog zeker veertig minuten duren. Hoeveel oppervlakkigheid en verkeerd opgeroepen herinneringen kan een mens verdragen? Ik vond hem op de middelbare school al een lul. Blijkbaar hebben de voorbij gestroomde jaren dat niet veranderd. Hakkelend zoek ik naar nieuwe onderwerpen om de lieve vrede te bewaren.
Eenmaal aangekomen op de bestemming (“Woon jij nog steeds in Utrecht? Waarom niet in Amsterdam? Ik woon al een tijdje in Amsterdam, zo tof echt heel gaaf”) geeft hij zijn kaartje en nodigt me van harte uit op zijn housewarming party aankomende zaterdag. “In het centrum, echt een supercool appartement.” Hoewel mijn hersenen de zin “Ik snijd nog liever mijn eigen voet af, dan dat ik ook maar één druppel bier met jou drink” produceren, vormen mijn lippen in een soort automatisme de woorden “leuk, ik verheug me erop, dat gaan we zeker doen!”
En zo is de treinrit, die eigenlijk een mentaal sluitstuk van mijn dag moest worden, uitgedraaid op nóg meer dingen moeten. Terwijl ik naar huis loop, neem ik me voor om de volgende keer gewoon eens heel hard 'nee' te zeggen. Desnoods gewoon ergens anders te gaan zitten. In elk geval assertiever te zijn en mijn grenzen beter aan te geven. Beter dan weer een treinreis semi-gezellig te doen. En vooral: dan had ik nu gewoon geweten of Harry Potter wel de kwade geesten uit zijn verleden heeft overwonnen.