Vanochtend stond Heleen in de krant. We hebben geen contact meer, maar wij kennen elkaar, wij woonden in dezelfde straat.
Heleen verhaalt in het interview hoe het met haar zoon is vergaan, Jasper, vanaf die dag dat hij tijdens een vakantie een verkeerde duik had gemaakt en met een dwarslaesie thuis kwam te liggen. En hoe zij hem jarenlang verzorgde; en nog verzorgt.
Jasper is mijn held, schreef Heleen en ik las wat ik toen direct al van haar had gehoord: de eerste grote overwinning van Jasper. Hij ligt halflang op zijn bed. Praten gaat niet. Hij leert te schrijven via een electronisch bord. Hij heeft een soort mijnwerkerslamp op zijn hoofd waarin een laserpistool is gemonteerd. Daarmee kan hij de letters op het bord aanstralen die hij wil. Wat hij heeft gekozen wordt zichtbaar op een computerscreen.
Vandaag is de dag. Aan zijn glimmende ogen leidt Heleen af dat er iets belangrijks gaat gebeuren, dat Jasper er eindelijk, na maanden en maanden oefenen en oefenen, in zal slagen zijn eerste zinnetje te maken. Heleen staat achter hem met een hand op zijn schouder. Niet om hem te duwen, niet om op te vangen maar zij weet dat Jasper haar warmte zo kan voelen, terwijl hij traag o zo traag met het lampje zijn keuze maakt.
Na een paar letters durft ze te raden. ‘Mama’, leest ze, ’mama, ik houd van je.’
Jan Schouten: Heroes? Helden?
Vanochtend stond Heleen in de krant. We hebben geen contact meer, maar wij kennen elkaar, wij woonden in dezelfde straat.
Heleen verhaalt in het interview hoe het met haar zoon is vergaan, Jasper, vanaf die dag dat hij tijdens een vakantie een verkeerde duik had gemaakt en met een dwarslaesie thuis kwam te liggen. En hoe zij hem jarenlang verzorgde; en nog verzorgt.
Jasper is mijn held, schreef Heleen en ik las wat ik toen direct al van haar had gehoord: de eerste grote overwinning van Jasper. Hij ligt halflang op zijn bed. Praten gaat niet. Hij leert te schrijven via een electronisch bord. Hij heeft een soort mijnwerkerslamp op zijn hoofd waarin een laserpistool is gemonteerd. Daarmee kan hij de letters op het bord aanstralen die hij wil. Wat hij heeft gekozen wordt zichtbaar op een computerscreen.
Vandaag is de dag. Aan zijn glimmende ogen leidt Heleen af dat er iets belangrijks gaat gebeuren, dat Jasper er eindelijk, na maanden en maanden oefenen en oefenen, in zal slagen zijn eerste zinnetje te maken.
Heleen staat achter hem met een hand op zijn schouder. Niet om hem te duwen, niet om op te vangen maar zij weet dat Jasper haar warmte zo kan voelen, terwijl hij traag o zo traag met het lampje zijn keuze maakt.
Na een paar letters durft ze te raden.
‘Mama’, leest ze, ’mama, ik houd van je.’