Wat zou jij doen als je nog maar een paar jaar te leven had? Ik heb het roer helemaal omgegooid toen ik op mijn 19e de diagnose leukemie kreeg. In plaats van mij bezig te houden met de vraag of ik door wilde gaan met zwemmen, kwam daar de vraag of ik überhaupt nog ooit in mijn leven zou kunnen zwemmen. Of ik de leukemie zou overleven.
Eigenlijk vond ik niks echt leuk
Mijn vader besefte heel goed dat sport voor mij een mooie voorbereiding op het leven zou zijn. Je leert er doelen stellen, hard trainen, jezelf verbeteren en het doel soms wel en soms niet halen. Toen ik klein was heb ik veel sporten gedaan. Judo, atletiek, volleybal, voetbal, schaatsen ..., maar eigenlijk vond ik niks echt leuk. De enige reden dat ik zwemmen wel leuk vond was omdat ik sneller kon zwemmen dan mijn zus.
Omdat ik in de jaren daarop steeds meer begon te winnen vond ik het ook steeds leuker. Naast het winnen genoot ik van de schouderklopjes uit mijn omgeving en vanwege het feit dat vriendjes tegen me opkeken. Natuurlijk ging ik daarom door met zwemmen. Achteraf niet eens omdat ik het zwemmen zo leuk vond, maar misschien wel veel meer vanwege de waardering die ik ervoer.
Meedoen met het leven
Toen ik 19 was – en inmiddels aan het studeren was – kreeg ik twijfels over het zwemmen. Was het wel iets wat ik echt zelf wilde doen? Of was ik er meer ingezogen omdat anderen me graag zagen zwemmen en zagen winnen? Ik hoefde toen geen keuze te maken, want ik kwam in het ziekenhuis terecht met de diagnose leukemie. In het ziekenhuis kreeg ik opeens tijd om na te denken. Het voelde bijna alsof ik ontsnapt was aan de haast van de dag. Vreselijk, want ik wilde zo graag meedoen met het leven, maar er zat niks anders op dan zes maanden in mijn ziekenhuisbed te liggen.
Juist in deze periode dacht ik goed na over hoe ik mijn leven invulling wilde geven. Stel dat zou blijken dat ik nog maar een paar jaar te leven had, hoe zou ik die dan willen besteden? Uiteindelijk besloot ik dat ik mijn tijd aan het zwemmen wilde besteden. Ik ging voor mijn maximale prestatie binnen het zwemmen. Deze bewuste keuze gaf mij een enorme winst vergeleken met al mijn concurrenten die deze keuze veel minder bewust hadden gemaakt.
Stel dat...
Een klein jaar geleden was ik nog financieel verantwoordelijk voor alle producten die Unilever aan Albert Heijn verkocht. Banen in Londen en New York lonkten. Maar wederom stelde ik mezelf de vraag die ik ook in het ziekenhuis gesteld had: “Stel ik zou nog een paar jaar te leven hebben, hoe zou ik die dan het liefste besteden?” Door deze vraag ben ik gestopt bij Unilever, probeer ik via bedrijfspresentaties en het theater mensen te inspireren, doe ik veel vrijwilligerswerk en – misschien nog het belangrijkste – besteed ik zoveel mogelijk tijd met mijn vrouw en dochter.
Wat zou jij doen als je nog een paar jaar te leven had?
Maarten van der Weijden Maarten van der Weijden won in 2008, enkele jaren na het overwinnen van leukemie, Olympisch goud in Beijing op de 10 km openwaterzwemmen.
Maarten vd Weijden: Keuzes voor het leven
Wat zou jij doen als je nog maar een paar jaar te leven had? Ik heb het roer helemaal omgegooid toen ik op mijn 19e de diagnose leukemie kreeg. In plaats van mij bezig te houden met de vraag of ik door wilde gaan met zwemmen, kwam daar de vraag of ik überhaupt nog ooit in mijn leven zou kunnen zwemmen. Of ik de leukemie zou overleven.
Eigenlijk vond ik niks echt leuk
Mijn vader besefte heel goed dat sport voor mij een mooie voorbereiding op het leven zou zijn. Je leert er doelen stellen, hard trainen, jezelf verbeteren en het doel soms wel en soms niet halen. Toen ik klein was heb ik veel sporten gedaan. Judo, atletiek, volleybal, voetbal, schaatsen ..., maar eigenlijk vond ik niks echt leuk. De enige reden dat ik zwemmen wel leuk vond was omdat ik sneller kon zwemmen dan mijn zus.
Omdat ik in de jaren daarop steeds meer begon te winnen vond ik het ook steeds leuker. Naast het winnen genoot ik van de schouderklopjes uit mijn omgeving en vanwege het feit dat vriendjes tegen me opkeken. Natuurlijk ging ik daarom door met zwemmen. Achteraf niet eens omdat ik het zwemmen zo leuk vond, maar misschien wel veel meer vanwege de waardering die ik ervoer.
Meedoen met het leven
Toen ik 19 was – en inmiddels aan het studeren was – kreeg ik twijfels over het zwemmen. Was het wel iets wat ik echt zelf wilde doen? Of was ik er meer ingezogen omdat anderen me graag zagen zwemmen en zagen winnen? Ik hoefde toen geen keuze te maken, want ik kwam in het ziekenhuis terecht met de diagnose leukemie. In het ziekenhuis kreeg ik opeens tijd om na te denken. Het voelde bijna alsof ik ontsnapt was aan de haast van de dag. Vreselijk, want ik wilde zo graag meedoen met het leven, maar er zat niks anders op dan zes maanden in mijn ziekenhuisbed te liggen.
Juist in deze periode dacht ik goed na over hoe ik mijn leven invulling wilde geven. Stel dat zou blijken dat ik nog maar een paar jaar te leven had, hoe zou ik die dan willen besteden? Uiteindelijk besloot ik dat ik mijn tijd aan het zwemmen wilde besteden. Ik ging voor mijn maximale prestatie binnen het zwemmen. Deze bewuste keuze gaf mij een enorme winst vergeleken met al mijn concurrenten die deze keuze veel minder bewust hadden gemaakt.
Stel dat...
Een klein jaar geleden was ik nog financieel verantwoordelijk voor alle producten die Unilever aan Albert Heijn verkocht. Banen in Londen en New York lonkten. Maar wederom stelde ik mezelf de vraag die ik ook in het ziekenhuis gesteld had: “Stel ik zou nog een paar jaar te leven hebben, hoe zou ik die dan het liefste besteden?” Door deze vraag ben ik gestopt bij Unilever, probeer ik via bedrijfspresentaties en het theater mensen te inspireren, doe ik veel vrijwilligerswerk en – misschien nog het belangrijkste – besteed ik zoveel mogelijk tijd met mijn vrouw en dochter.
Wat zou jij doen als je nog een paar jaar te leven had?
Maarten van der Weijden
Maarten van der Weijden won in 2008, enkele jaren na het overwinnen van leukemie, Olympisch goud in Beijing op de 10 km openwaterzwemmen.