Alweer een hoop commotie over het gebrek aan vrouwen in de top van Nederlandse organisaties – en dan nu eindelijk een aantal benoemingen. Een discussie die me maar niet los wil laten. Blijkbaar is het de bedoeling dat ik, vrouw: wij, vrouwen, de top in gaan. Op eigen kracht, of desnoods door middel van verplichte quota. Het intrigerende is dat geen enkele cel in mijn lijf op dit verzoek reageert. Ik voel geen enkele behoefte, geen enkele aandrang om hier gehoor aan te geven. En dat zet tot denken …
Hoe kan dat? Gaat dit over de wijze waarop ik als vrouw genetisch geprogrammeerd ben om te baren, zogen en zorgen? Of ben ik bang voor stigmatisering vanwege de nog altijd heersende culturele norm over werkende moeders? Dat is het verhaal dat steeds weer terugkomt. En waar ik mezelf als zelfstandig organisatieadviseur, auteur, promovenda en moeder van drie kinderen totaal niet in herken. Langzamerhand bekruipt me de gedachte dat we dit vraagstuk misschien wel volkomen verkeerd aanvliegen. Het probleem ligt helemaal niet bij vrouwen. Dit gaat niet over mij, of mijn programmatuur. Dit gaat over de top. Laten we het probleem ‘vrouwen in de top’ eens anders bekijken – niet met de vrouw als probleempunt, maar met de top als probleem. Wat is daar gaande?
Iets wat niemand zal zijn ontgaan is de hoeveelheid toppen die over de kop gaan de laatste tijd - de woorden schuld en schandaal lijken er naadloos mee verbonden te zijn. Voorbeelden te over: besturen en commissies van grote organisaties waarin de enige waarde financiële waarde lijkt te zijn en toegevoegde waarde ver te zoeken is. Geen positief imago: de top als zelfbevredigingsinstituut dat vooral zichzelf dient, gehuld in een wolk van ingewikkelde managementlogica. Waar het begrip bonus een ziekelijk malus is geworden, en vertrekpremies worden uitgekeerd waar half Afrika een jaar van kan eten.
En tsja, dat is niks voor mij. Sterker nog, daar wil ik niks mee te maken hebben. Hoe zou ik dat kunnen verantwoorden aan mijn kinderen? Ik heb ik wel wat beters te doen.
Terug naar ons ‘probleem’. De oplossing lijkt ineens simpel. De beste aanpak voor het gebrek aan vrouwen in de top, is gewoon het afschaffen van de top. Stel je eens voor: de topless organisatie. Een opwindende gedachte. In de topless organisatie gaat het niet over sturing van bovenaf, maar over dienstbaarheid. Aan de missie, de medewerkers, de klanten. Vanuit de vraag hoe voeg ik waarde toe? in plaats van wat levert ‘t op?
Het goede nieuws is dat dit een beweging is die steeds meer op gang komt: topless is in opkomst. Er zijn steeds meer organisaties die kiezen voor zelfsturing en autonome teams. Om eigenaarschap te bevorderen, talent de ruimte te geven en de essentie van het werk scherp op het netvlies te houden. Topvrouwen, evenals topmannen, zijn namelijk helemaal niet schaars. Ze lopen gewoon rond op de werkvloer. Het zijn de mensen die het èchte werk doen.
Topless: het is een totaal ander leiderschapsparadigma. Waarin leiden van bovenaf plaats maakt voor steunen van onderop. Want alleen dàt voorkomt dat de boel gaat hangen – daar weten wij vrouwen alles van. Duurzaam succes bereik je echt niet alleen met wat windowdressing aan de voorgevel.
Auteur: Jacky van de Goor Dit artikel verscheen eerder in Trouw
Jacky van de Goor werkt als organisatieadviseur, onderzoeker en auteur aan vitale vitale organisaties. Zij is gefascineerd door de manier waarop we op het werk gewoontes creëren waar niemand gelukkig van wordt, maar waar we hopeloos in vast komen te zitten. Jacky is auteur van Hartelijk georganiseerd, organisatiecultuur begrijpen en ontwikkelen (Academic Service, 2011) en Dirty Desk Day (Thema, 2016). Daarnaast doet zij als promovenda onderzoek naar zingeving aan de Universiteit Twente.
Hoe denk jij over leiderschap en wat is jouw stijl van leidinggeven?
Niet meer vrouwen, maar minder top
Alweer een hoop commotie over het gebrek aan vrouwen in de top van Nederlandse organisaties – en dan nu eindelijk een aantal benoemingen. Een discussie die me maar niet los wil laten. Blijkbaar is het de bedoeling dat ik, vrouw: wij, vrouwen, de top in gaan. Op eigen kracht, of desnoods door middel van verplichte quota. Het intrigerende is dat geen enkele cel in mijn lijf op dit verzoek reageert. Ik voel geen enkele behoefte, geen enkele aandrang om hier gehoor aan te geven. En dat zet tot denken …
Hoe kan dat? Gaat dit over de wijze waarop ik als vrouw genetisch geprogrammeerd ben om te baren, zogen en zorgen? Of ben ik bang voor stigmatisering vanwege de nog altijd heersende culturele norm over werkende moeders? Dat is het verhaal dat steeds weer terugkomt. En waar ik mezelf als zelfstandig organisatieadviseur, auteur, promovenda en moeder van drie kinderen totaal niet in herken.
Langzamerhand bekruipt me de gedachte dat we dit vraagstuk misschien wel volkomen verkeerd aanvliegen. Het probleem ligt helemaal niet bij vrouwen. Dit gaat niet over mij, of mijn programmatuur. Dit gaat over de top. Laten we het probleem ‘vrouwen in de top’ eens anders bekijken – niet met de vrouw als probleempunt, maar met de top als probleem. Wat is daar gaande?
Iets wat niemand zal zijn ontgaan is de hoeveelheid toppen die over de kop gaan de laatste tijd - de woorden schuld en schandaal lijken er naadloos mee verbonden te zijn. Voorbeelden te over: besturen en commissies van grote organisaties waarin de enige waarde financiële waarde lijkt te zijn en toegevoegde waarde ver te zoeken is. Geen positief imago: de top als zelfbevredigingsinstituut dat vooral zichzelf dient, gehuld in een wolk van ingewikkelde managementlogica. Waar het begrip bonus een ziekelijk malus is geworden, en vertrekpremies worden uitgekeerd waar half Afrika een jaar van kan eten.
En tsja, dat is niks voor mij. Sterker nog, daar wil ik niks mee te maken hebben. Hoe zou ik dat kunnen verantwoorden aan mijn kinderen? Ik heb ik wel wat beters te doen.
Terug naar ons ‘probleem’. De oplossing lijkt ineens simpel. De beste aanpak voor het gebrek aan vrouwen in de top, is gewoon het afschaffen van de top. Stel je eens voor: de topless organisatie. Een opwindende gedachte. In de topless organisatie gaat het niet over sturing van bovenaf, maar over dienstbaarheid. Aan de missie, de medewerkers, de klanten. Vanuit de vraag hoe voeg ik waarde toe? in plaats van wat levert ‘t op?
Het goede nieuws is dat dit een beweging is die steeds meer op gang komt: topless is in opkomst. Er zijn steeds meer organisaties die kiezen voor zelfsturing en autonome teams. Om eigenaarschap te bevorderen, talent de ruimte te geven en de essentie van het werk scherp op het netvlies te houden. Topvrouwen, evenals topmannen, zijn namelijk helemaal niet schaars. Ze lopen gewoon rond op de werkvloer. Het zijn de mensen die het èchte werk doen.
Topless: het is een totaal ander leiderschapsparadigma. Waarin leiden van bovenaf plaats maakt voor steunen van onderop. Want alleen dàt voorkomt dat de boel gaat hangen – daar weten wij vrouwen alles van. Duurzaam succes bereik je echt niet alleen met wat windowdressing aan de voorgevel.
Auteur: Jacky van de Goor
Dit artikel verscheen eerder in Trouw
Jacky van de Goor werkt als organisatieadviseur, onderzoeker en auteur aan vitale vitale organisaties. Zij is gefascineerd door de manier waarop we op het werk gewoontes creëren waar niemand gelukkig van wordt, maar waar we hopeloos in vast komen te zitten. Jacky is auteur van Hartelijk georganiseerd, organisatiecultuur begrijpen en ontwikkelen (Academic Service, 2011) en Dirty Desk Day (Thema, 2016). Daarnaast doet zij als promovenda onderzoek naar zingeving aan de Universiteit Twente.
Hoe denk jij over leiderschap en wat is jouw stijl van leidinggeven?